woensdag 1 september 2021

Lamp te koop


Zo’n dag waarop het niet licht wordt. Verweesde kerstbomen op straathoeken. Te warm gemiezer voor de tijd van het jaar. Vannacht beter geslapen, toch duffer dan gisteren aan het werk gegaan. In de pauze een donderwolk binnen ontvlucht. Buiten loop ik de nieuwe directeur tegen het lijf. `Alweer klaar?’ Meer weet ik niet te bedenken. Zo aardig als ze is, ze intimideert me. Zij herinnert me aan mijn neergaande carrièrecurve. Niets is er op werkgebied van mij terechtgekomen. Talenten genegeerd. Vaardigheden onbenut. Een uitzendslaaf. 16 maanden moet ik nog werken tot mijn pensioen. Ik tel de dagen.

Een foto van het kerkje van Oostum in mijn mailbox. Een bruiloft, 1995, van Theo en Marloes, collega’s en devote hippies. Collega kok Christopher (later geliefde/echtgenoot/ex) aan mijn zij. Een dominee in tweedehands pak voor een white board, een whíte board in dat middeleeuwse kerkje. Alsof hij voor een kleuterklas staat, of een groep consultants. Hij tekent een 8 op dat bord, symbool van allerlei religieuzigheid en van eeuwige trouw, die in dit geval tien jaar zal duren. Dominee zalft op onze zenuwen. Onderdrukt gegrinnik. Hardop vloeken wil ik, in die kerk. Na de dienst champagne. Snel achterover slaan, twee, drie glazen. In de rode Simca scheuren over de provinciale weg, terug naar het werk in Stad.

Vandaag heb ik geen banaan mee naar het werk, die waren op. Wel een plafondlamp. Een witte matglazen jaren 60 lamp aan een chromen hangstang met horizontale streepjes in zwart en rood. De lamp heeft twintig jaar lang niet de prominente plek in huis gehad die hij verdient. Zijn laatste hangplek was de te lage slaapkamer, waar hij regelmatig vervaarlijk heen en weer zwaaide wanneer hij een zwieper kreeg van een mouw of een pijp.

Nu hij zo werkloos op mijn bureau staat, wil ik hem ineens niet kwijt. Waar ik hem heb gekocht, ben ik vergeten. Waarom ik hem kocht weet ik nog wel. Ik vond hem mooi. Ik vind hem mooi. Toch wil ik hem verkopen, daarom staat hij op Marktplaats. Als vertegenwoordiger van een tijdloze ontwerpstroming, die destijds al nostalgisch aandeed, maar nog altijd in de smaak valt bij creatieven en nieuwe rijken. Ik reken mij tot de eerste categorie. Nieuw en rijk ben ik nooit geweest.

Een onbekende, potentiële koper wil mijn hanglamp komen bekijken. Als ik het bezichtigingsadres app, barst hij digitaal in lachen uit. Emoji’s van betraande gezichtjes. Blijkt voor dezelfde organisatie te werken. How are the odds? Ik ga er spontaan Engels van schrijven. De twijfel slaat toe. Wil ik hem wel kwijt, de lamp? Die mooie nostalgische lamp waarvan ik niet meer weet waar ik hem kocht, maar wel waarom. Maar wat moet ik er mee? Ik heb er geen plek voor en vriendlief heeft andere ideeën over mooi. Ik deel mijn twijfel met de koper. Die vindt het al heel bijzonder dat wij collega’s blijken. 'Slaap er nog maar een nachtje over.'

Lamp verkocht.