woensdag 27 december 2017

Kerst op straat




Schilderij van Maartje Soncu, student Klassieke Academie.
Loop je van het station rechtdoor naar het A-kwartier, dan kun je niet om haar heen. De Riepeverkoopster met het strakke knotje op haar hoofd staat elke dag op de hoek van de Folkingestraat en het Zuiderdiep. `Iedereen kent mij wel,’ vermoedt Karina. `Ik sta er steeds minder uren, maar nog elke dag. Of het nou kerst is of niet.’
Als je haar De Riepe ziet aanbieden vraag je je onwillekeurig af hoe het zo ver heeft kunnen komen. Karina houdt van mensen, dat zie je meteen. Ze maakt gemakkelijk contact en geeft oprechte aandacht. Haar leven ging niet bepaald over rozen en ze heeft veel nare dingen meegemaakt. Toch vindt de geboren Groningse zichzelf gelukkig. Dat zit hem in de contacten op straat, mooie dingen, bladeren op de grond. `Alles kan me gelukkig maken. Ik sta positief in het leven, ik ben chaotisch maar kleurrijk.’ Ze wijst op haar met slingers versierde fiets. `Ik heb ADHD, ik kan het leven niet spelen, ik ben te impulsief. Boem, klaar, that’s it. Ik heb andere mensen nodig. Bij vreemden kun je je veiliger voelen omdat ze je niet kennen, dan ben je minder kwetsbaar. Ik vind het ook fijn dat ik mensen om me heen heb die ietsje meer zijn dan vreemden. Dat zijn er maar weinig en dat wil ik graag zo houden, wel zo overzichtelijk.’ 

Kerst op straat
Wat betekent kerst voor Karina? `Het is leuk om samen te zijn, alleen ben ik dat niet met familie, maar met iedereen. Mensen die met kerst buiten lopen zijn bijna allemaal eenzaam. Ik denk dat ik voor hen deze dag mooi kan maken zodat ze iets hebben om op terug te kijken. Met dat soort dagen moet je zoveel mogelijk mooie herinneringen maken om moeilijke dagen door te komen.‘ Haar eigen mooiste herinnering aan kerst is dat ze naar het schoolplein loopt met haar kinderen terwijl het begint te sneeuwen. Ze raakt er zichtbaar door geëmotioneerd. Tegenwoordig gaat ze met kerst in gesprek met mensen en misschien gaat ze naar de kerk. `Zonder geloof zou ik niet met mijn kinderen kunnen communiceren. Ik zou ze niet kunnen steunen. En ik word er blijer van. Geloof zit in mijn hart en niet in de kerk. In elk geloof zit in grote lijnen hetzelfde. Of je dat nu allemaal samen in één kerk beleeft, al die mensen in die ene kerk geloven toch allemaal op hun eigen manier.’ 

Verwerking en vlaaien
Om De Riepe te kunnen verkopen moet ze hem zelf inkopen. De krant kost €1,80 en daarvan mag ze €0,80 zelf houden. `Toen ik terugkwam naar Groningen had ik geld nodig. Ik zat in een situatie waarin het verkopen een uitlaatklep voor me werd. Ik heb zo veel slechte en moeilijke dingen meegemaakt, De Riepe is een verwerking daarvan. Je moet jezelf zijn als je in gesprek gaat met mensen. Je kunt geen mooi weer spelen, mensen voelen dat. Ze zien dan hoe ik ben, meestal vrolijk. Ik vind het heerlijk om mensen aan het lachen te maken, of huilende kinderen stil te krijgen. Door mijn ADHD doe ik dat impulsief en ik ben erg zorgzaam. Mijn lichamelijke beperkingen maken dat ik steeds minder kan doen wat ik wil. Ik raak hierdoor steeds meer stukjes van mezelf kwijt. Dat vind ik zwaar. Van bepaalde medicijnen krijg ik honger en eet ik in één nacht een hele vlaai op. Bij Multivlaai haalt mijn partner elke zaterdag aan het eind van de dag de vlaaien op die over zijn. We verdelen die op straat. Als er in het Oosterpark een kind jarig is, en er is geen geld voor taart, dan brengen we daar een vlaai naartoe. Desnoods haal ik zelf kaarsjes. Dat is voor mij een kleine moeite, maar voor de ontvanger heel waardevol. Ik vind die interactie tussen mensen belangrijk, maar tegenwoordig zit iedereen in zichzelf.’

Maatschappelijk werker van de straat
Karina is blij dat ze een vrouw is. `Vroeger wilde ik graag een jongen zijn, ik vond dat vrouw zijn maar niks. Die ongesteldheid vind ik nog steeds niks. Maar mijn kinderen had ik nooit willen missen. Hoe ik  op straat mensen tegemoet treed, als ik een man was geweest had ik al lang klappen gehad. Zie ik aan jou dat je het moeilijk hebt, dan leg ik mijn hand op jouw arm of ik laat je zien dat ik meega in je verdriet of pijn. Ik ben maatschappelijk werker van de straat. Mensen hebben steun aan mij.’ Als Karina moslima’s ziet met een hoofddoek, dan begroet ze deze met “salam aleikum”. `Vooral oudere dames waarderen dat. Zelfs mannen vinden het leuk dat je hun vrouw benadert. Mensen moeten van elkaar houden. Iedereen heeft goede en slechte kanten. We hoeven geen verbeelding te hebben. Mensen doen zich altijd beter voor dan ze zijn, doen we allemaal, is nergens voor nodig. We zijn allemaal even goed en even slecht. We zijn allemaal mooi. Dat leer je als je ouder wordt.’

Toekomst
`Ik onthoud veel, dat is niet leuk, mijn hoofd zit altijd vol. Maar het is ook handig; je vraagt niet drie keer per uur dezelfde mensen om een Riepe te kopen.’ De leukste reactie die Karina kreeg was van een jongetje dat aan haar vroeg of ze dakloos was. Toen ze ja antwoordde trok hij de korstjes van zijn brood af en gaf die aan haar. `Natuurlijk wou hij die korstjes niet, dat snap ik ook wel, maar het idee! Ik geef kinderen altijd een high five. Zij zijn mijn toekomstige klanten. Als het aan mij ligt sta ik hier over 20 jaar nog steeds...’    

donderdag 21 december 2017

Losers



Vandaag precies 16 jaar geleden spuugde mijn vader het leven uit. Toen mijn moeder en broer een uur later aankwamen in het ziekenhuis waar hij lag, zat het opgedroogde bloed nog om zijn lippen. Zijn haar stond recht overeind van de schokken die hem waren toegediend in een poging hem te reanimeren. Mijn broer belde mij om 4 uur ’s nachts. Ik was niet verrast. 

Ik kan niet zeggen dat ik zo vaak aan mijn vader denk of dat ik hem nog altijd even erg mis. Wel zie ik hem regelmatig voor me, zoals hij was de laatste jaren van zijn leven. Sterk vermagerd en depressief, alleen wisten wij dat laatste toen niet. Wij noemden dat chagrijnig. Van straatschoffie via manusje van alles bij uitgeverij Tijl in Zwolle, en later vertegenwoordiger bij de Arbeiderspers, had mijn vader zich uiteindelijk omhoog gebluft naar hoofd personeelszaken en pr bij Teleac. Een baan die bij zijn pensioen te vroeg stopte naar zijn zin. Hij genoot er van de vernieuwing in televisieland, van de waardering van de collega's en had het gevoel dat hij eindelijk iets voorstelde.

Verschillende van zijn ambities had hij echter niet kunnen waarmaken in zijn leven. Zo had hij graag een eigen uitgeverij gehad, maar was er geen bank die dat wilde financieren. Zijn politieke aspiraties brachten hem niet verder dan voorzitter van de Partij van de Arbeid afdeling Zwolle. De functie van onderdirecteur bij Teleac, die hij ambieerde werd hem door de neus geboord toen hij een paar maanden ziek thuis zat omdat zijn stembanden dienst weigerden. Zijn pensioen ging hij gefrustreerd, maar nog enigszins strijdbaar in. Hij zou gaan schrijven. 

Ook de ambities die hij voor zijn kinderen had, pakten anders uit dan hij voor ogen had gehad. De een na de ander haakte af van school of studie en zocht zijn heil in betaald werk.
Een sociaal leven had pa niet, want aan iedereen mankeerde wel iets. De paar vrienden die hij in zijn leven had gehad, waren al dood. De frustraties kregen de overhand en hij verdronk ze in bier en spa groen met jonge jenever, wat uiteindelijk tot zijn dood leidde. Van schrijven is het nooit gekomen. 
De schoolkinderen die hem in zijn hoofd uitmaakten voor `Schooier’ wilden maar niet plaatsmaken voor een gevoel van voldoening over wat hij had bereikt. Wat hij niét had bereikt, dat vrat aan hem, hij voelde zich een loser. Dat was aan zijn opgebaarde gezicht af te lezen in de krochten van de Frankensteinkelder van Yarden. 74 is hij geworden. Wat moet hij eenzaam zijn geweest.

De appel valt niet ver van de boom. Ook ik voel me soms een loser. Bijna al mijn vrienden hebben een eigen huis, een goede baan, kinderen en een stabiele relatie. Ik woon in een arme-luizen-hofje, ben kinderloos, werk op mijn oude dag nog via uitzendbureaus en heb voor het eerst in 12 jaar een relatie die riekt naar stabiliteit, ware het niet dat ik zelf de grootste labiele factor ben. Mijn schrijversambitie beperkt zich tot een maandelijkse verplichting voor Club Proza en wat freelance opdrachten.

Ik weet hoe mijn vader zich voelde en ik probeer lering te trekken uit zijn levenseinde. Ik wil niet sterven zoals hij. Gefrustreerd, eenzaam en onvervuld. Ik tel mijn zegeningen en heb daar meer dan één hand voor nodig. Vergelijken met anderen frustreert alleen maar, weg ermee! Mijn relatie geef ik nog een kans. En ik ga wél schrijven. Van jonge jenever houd ik gelukkig niet en bier drink ik tegenwoordig, verstandig als ik ook kan zijn, met mate.