zondag 28 november 2021

Inco materiaal



Uit het niets staan er drie grote, geheel in plastic pakken gehulde kerels in mijn moeders woonkamer. Ik heb ze niet binnen horen komen. Even tevoren had ik de thuiszorg gebeld en de voordeur alvast open gezet. Moeder moest plassen, maar kon niet uit bed komen, zelfs niet met mijn ondersteuning. ’s Nachts was ze half onder het bed gevonden door de jongen van de thuiszorg. Het was hem gelukt haar terug in bed te hijsen. Mogelijk heeft ze letsel opgelopen, waardoor ze nu niet op haar benen kan staan. Van het drama herinnert ze zich niets. Gelukkig maar.
Twee van de drie mannen zijn kaal, de ander heeft zijn lange haar in twee staartjes over zijn schouders hangen. Dat verwart me, is het wel een man? Hij heeft feminiene trekken in zijn gezicht. Ik blijf hem aankijken, hij/zij kijkt terug, zwijgend. ‘Mijn moeder moest plassen en ik heb geprobeerd haar te helpen, maar ze kan niet op haar benen staan,’ zeg ik en ik kijk de mannen een voor een aan. Niet begrijpend staren ze me aan, eveneens zwijgend.

Dan gaat de bel, en even later komt de thuiszorgster binnen. In opperste verwarring vraag ik aan de mannen in pakken: ‘Maar wie zijn júllie dan?’
‘U heeft de huisartsenpost gebeld.’ Ze maken erg weinig woorden vuil aan hun opgepiepte aanwezigheid. 'Is er inco materiaal in huis?'
Nu is het mijn beurt om hem niet begrijpend aan te kijken. 'Inco materiaal?'
‘Luiers, incontinentiemateriaal.’ Nee, dat is er niet. Moeder was tot nu toe hartstikke continent. De thuiszorgster kan regelen dat dit wordt gebracht, maar mijn moeder moet nú plassen.
‘Leg maar een vuilniszak in bed met wat handdoeken, dan moet ze het maar laten lopen,’ suggereert de kale arts, terwijl hij haar heup op mogelijke breuken of kneuzingen onderzoekt.
Ik loop naar de keuken om een vuilniszak te pakken en wanneer ik terugkom, kijk ik recht in het ontblote geboortekanaal waar ik 66 jaar geleden uit ben gegloept. Gebiologeerd bestudeer ik het intieme lichaamsdeel. Ik heb haar lippen, valt me op. Zelfs de haarlijn is hetzelfde. 

Dodelijk vermoeid van al dat gesjor aan haar lijf, valt moeder zonder te plassen in slaap. Met haar wijd open mond doet ze me denken aan mijn stervende schoonvader, die lag er precies zo bij en dat heeft maar een paar uur geduurd. Paniek maakt zich van mij meester. Tegelijkertijd kan ik een gevoel van opluchting niet ontkennen. Ze is zo lang zelfstandig geweest, het is bijna ondraaglijk om haar afhankelijk te zien. Dat is ook het laatste wat ze zelf heeft gewild.
Een paar uur later kan ze haar plas niet meer ophouden, maar ze is intussen voorzien van inco materiaal. ‘Ik pies in mijn broek,’ roept ze vanuit de slaapkamer en wanneer ze het uiteindelijk laat lopen, bromt ze alleszeggend ‘Godverdomme!’.

donderdag 21 oktober 2021

Geen bloemenzee

 


Geen bloemenzee. Had ik wel verwacht, gezien de hedendaagse behoefte ons medeleven met het lot van volslagen vreemden, wereldkundig te maken door bloemen te leggen op plekken des onheils. Een kort nieuwsbericht: Dodelijke val van het Forum in Groningen. Een noodlottig incident. Punt. Hoe kwam die man over die hoge glazen omheining op het dak van het Forum? Dat zou ik willen weten. Was het een monteur die aan de airco werkte en zijn evenwicht verloor? Was het een suïcidale man die met voorbedachten rade van het dak sprong? Maar hoe? HOE? En waarom wil ik het weten? Ik ken hem niet. Ik ken (helaas) geen enkele 45-jarige man meer. Ben ik dan zo sensatiebelust? En ben ik de enige die zich dit afvraagt? 

Dat dit een keer zou gebeuren had ik wel verwacht, maar eerder binnen in het gebouw. Er lopen genoeg verwarde mensen rond. Vanaf de roltrappen, of de verdiepingen sla je zo je been over de leuning en zie dan je evenwicht maar te bewaren. Ook daar zag ik de bloemenzee al voor me.

De dood van de onbekende man hangt als een loden deken om het gebouw. De zoveelste schandvlek in het nog prille bestaan. Dat megalomane, energie slurpende bouwwerk met zijn weinig efficiënte indeling, dat meer weg heeft van een vliegveld of Bijenkorffiliaal dan van een multimediale  ontmoetingsplek. Toch voelt het voor mij als een tweede huiskamer, waar vreemden bekenden lijken. Een lichte opwinding maakt zich van mij meester elke keer dat ik het Forum betreed. Het nodigt mij uit tot lezen, tot zijn. Hier voel ik me niet oud. Hier voel ik mij stadjer.

Enigszins nerveus parkeerde ik de auto in de parkeergarage van het Forum. Ik had geen idee waar het incident precies had plaatsgevonden en was best bang voor de bloemenzee. Zelf heb ik nooit bloemen gelegd voor een onfortuinlijke onbekende, ieder zijn ding. Het is druk, herfstvakantiedruk. Onwillekeurig kijk ik buiten om me heen. Een rood witte afzetting markeert de plek van het fatale incident. Erbinnen zijn de stoeptegels verwijderd. ‘Daar zit een gat in de grond,’ wijs ik Gyp. ‘Hoezo?’ Goedgelovigheid is niet een van zijn sterkste eigenschappen. Op bijna alles wat ik vertel reageert hij met: ‘werkelijk?’. ‘Als mensen van zo’n hoogte vallen, ontstaat er een gat. Reken maar uit, gewicht maal snelheid.' Ik zie Gyp in gedachten rekenen. 

Een keer ben ik getuige geweest van zo’n gat. In Co-op City in New York, waar mijn schoonfamilie woonde. Het was weliswaar opnieuw betegeld, maar er zat toch duidelijk een verlaging in het trottoir onder de 24 verdiepingen tellende flat. De flat van waaruit ik eens op mijn hoofd werd gespuugd. Er landde nattigheid op mijn kruin, en dan denk je: vogelpoep brengt geluk! Nou stond Co-op City niet bepaald bekend om zijn grote vogelpopulatie. Eekhoorns waren er des te meer. Ook gezellig. Ik woelde met mijn vingers door de slijmerige klodder op mijn haar en bracht ze vervolgens naar mijn neus, je wilt het toch zeker weten. Tabak! Getver! Mijn ogen schoten omhoog langs de 24 verdiepingen. Van de dader geen spoor. Die stond waarschijnlijk in zijn vuistje te lachen achter de jaloezieën. De kwak maakte geen gat in mijn hoofd.

vrijdag 1 oktober 2021

Welke kapsels passen bij een oudere dame

 


Nu het beginnend pensioneren langzamerhand vorm krijgt, een vorm waarvoor ik mij lichtelijk schaam; het heeft meer weg van lamstralen dan van het zwierige Zwitserlevengevoel, breng ik veel tijd door op het wereldwijde web van leugens. Als willoos slachtoffer laat ik mij verleiden links met non-informatie aan te klikken. En zo kwam ik op Welke kapsels passen bij een oudere dame? Een vraag die ik mij regelmatig stel, met een kapsel dat langer is dan dat van de gemiddelde 65+ster. Meestal hangt het haar maar wat, een afspiegeling van mijn recente gemoedstoestand. Wel besloot ik afscheid te nemen van mijn pony (die op mijn voorhoofd), dat vind ik op mijn leeftijd echt niet meer kunnen. Gevolg is dat het aangroeiende plukje voorhoofdshaar nu óf voor mijn ogen hangt, óf met een klein knipje aan de zijkant vast zit, wat er kinderlijker uitziet dan die hele vermaledijde pony. Ooit zal mijn pony een paard zijn met een staart…

Welke kapsels passen volgens FB bij oudere dames? ‘Een mooi kapsel kan je gezicht zelfs jarenlang, zelfs decennia lang laten stralen. Omdat het helpt om rimpels te verbergen, de kenmerken van uw kaken opnieuw te definiëren. U kunt uw leeftijd verbergen. ‘Deze 60 chique kapsels helpen je bij het kiezen van de beste look.’ Tijdens het lezen schiet ik meteen in de redacteursstand. Je en u door elkaar als aanspreekvorm. Ergerlijk! Twee keer ‘zelfs’ in een zin! Je gezicht dat zelfs jarenlang, nee zelfs decennialang straalt! Hoezo moet je als oudere dame nog decennialang stralen? Het kan elk moment afgelopen zijn! En dan de meest fantastische eigenschappen die aan de kapsels worden toegedicht! Je kapsel dat je leeftijd verbergt, je helpt kiezen bij de beste look. Bieslook? Of toch knoflook? Wel handig voor de keukenprinsesjes onder ons.

1. De edgy Short Cut

‘De Edgy Short Cut is een van de kapsels die geschikt is voor alle lagen van de bevolking.’ Alle lagen van de bevolking?! Ik wil er toch niet bij lopen als een tokkie?! ‘Het is echter een kapsel waardoor je er wat jonger uitziet.’ Echter? Is jonger niet het hoogste levensdoel van de oudere dame? ‘Dus dit is een kapsel dat voor jou is gemaakt. Omdat maar heel weinig mensen ouder willen worden.’ DUS! Dit kapsel is voor mij gemaakt, omdat het merendeel niét ouder wil worden. Ouder dan wie? Of willen ze geen kinderen? Willen ze dood misschien? Hebben ze ook geen edgy Short Cut meer nodig… En wie zijn die weinige mensen die wél ouder willen worden? En waarom in godsnaam!

2 De stompe A-lijn bob

‘Er zijn kapsels die bestand zijn tegen de grillen van de tijd en de rage.’ Bestand tegen de grillen van de rage, het is bijna hogere dichtkunst. ‘Dit is het geval met de stompe A-lijn Bob-snit. Veel vrouwen vinden het leuk omdat dit kapsel sommige onvolkomenheden in het gezicht helpt verbergen.’ Het moet niet gekker worden! Niet alleen de rimpels en de leeftijd, nu ook nog sommige onvolkomenheden die je kunt verbergen! Wat blijft er nog wél zichtbaar? Die onvolkomenheden die je juist het liefst wilde verbergen zeker. ‘Je weet het misschien niet, maar het zorgt ervoor dat je gezicht er verfijnd uitziet. U zult dus altijd schitterend zijn. maak je er geen zorgen over.’ Verfijnd en schitterend, u en jij, wauw! Wass will das Weib noch mehr?

woensdag 1 september 2021

Lamp te koop


Zo’n dag waarop het niet licht wordt. Verweesde kerstbomen op straathoeken. Te warm gemiezer voor de tijd van het jaar. Vannacht beter geslapen, toch duffer dan gisteren aan het werk gegaan. In de pauze een donderwolk binnen ontvlucht. Buiten loop ik de nieuwe directeur tegen het lijf. `Alweer klaar?’ Meer weet ik niet te bedenken. Zo aardig als ze is, ze intimideert me. Zij herinnert me aan mijn neergaande carrièrecurve. Niets is er op werkgebied van mij terechtgekomen. Talenten genegeerd. Vaardigheden onbenut. Een uitzendslaaf. 16 maanden moet ik nog werken tot mijn pensioen. Ik tel de dagen.

Een foto van het kerkje van Oostum in mijn mailbox. Een bruiloft, 1995, van Theo en Marloes, collega’s en devote hippies. Collega kok Christopher (later geliefde/echtgenoot/ex) aan mijn zij. Een dominee in tweedehands pak voor een white board, een whíte board in dat middeleeuwse kerkje. Alsof hij voor een kleuterklas staat, of een groep consultants. Hij tekent een 8 op dat bord, symbool van allerlei religieuzigheid en van eeuwige trouw, die in dit geval tien jaar zal duren. Dominee zalft op onze zenuwen. Onderdrukt gegrinnik. Hardop vloeken wil ik, in die kerk. Na de dienst champagne. Snel achterover slaan, twee, drie glazen. In de rode Simca scheuren over de provinciale weg, terug naar het werk in Stad.

Vandaag heb ik geen banaan mee naar het werk, die waren op. Wel een plafondlamp. Een witte matglazen jaren 60 lamp aan een chromen hangstang met horizontale streepjes in zwart en rood. De lamp heeft twintig jaar lang niet de prominente plek in huis gehad die hij verdient. Zijn laatste hangplek was de te lage slaapkamer, waar hij regelmatig vervaarlijk heen en weer zwaaide wanneer hij een zwieper kreeg van een mouw of een pijp.

Nu hij zo werkloos op mijn bureau staat, wil ik hem ineens niet kwijt. Waar ik hem heb gekocht, ben ik vergeten. Waarom ik hem kocht weet ik nog wel. Ik vond hem mooi. Ik vind hem mooi. Toch wil ik hem verkopen, daarom staat hij op Marktplaats. Als vertegenwoordiger van een tijdloze ontwerpstroming, die destijds al nostalgisch aandeed, maar nog altijd in de smaak valt bij creatieven en nieuwe rijken. Ik reken mij tot de eerste categorie. Nieuw en rijk ben ik nooit geweest.

Een onbekende, potentiële koper wil mijn hanglamp komen bekijken. Als ik het bezichtigingsadres app, barst hij digitaal in lachen uit. Emoji’s van betraande gezichtjes. Blijkt voor dezelfde organisatie te werken. How are the odds? Ik ga er spontaan Engels van schrijven. De twijfel slaat toe. Wil ik hem wel kwijt, de lamp? Die mooie nostalgische lamp waarvan ik niet meer weet waar ik hem kocht, maar wel waarom. Maar wat moet ik er mee? Ik heb er geen plek voor en vriendlief heeft andere ideeën over mooi. Ik deel mijn twijfel met de koper. Die vindt het al heel bijzonder dat wij collega’s blijken. 'Slaap er nog maar een nachtje over.'

Lamp verkocht.

maandag 15 maart 2021

Jarig

 


Ik zit hier heel alleen jarig te wezen… Nou ja alleen… Sam en Puck, ouwe trouwe chihuahua’s, houden mij gezelschap op deze tweede verjaardag tijdens een lockdown. Uitgerekend in de week voor het grote feest voor mijn 65ste verjaardag vorig jaar, viel in ons land de eerste coronadode en kondigde Rutte de allereerste Persconferentie aan. Handen schudden was toen al verboden. Na die coronadode zegden mijn feestgangers een voor een af. Misschien toch verstandiger… Uiteindelijk besloot ik het hele feest maar af te blazen. Flink balend, dat wel. Het had mij een hoop wikken en wegen gekost om überhaupt tot een feest te besluiten. Die verdomde Vissen ook, die elk hun eigen kant op zwemmen! Op de dag zelf leek het me beter om toch naar het afgezegde Beloofde land te gaan voor het geval ik niet iedereen had bereikt. Een handjevol dappere vrienden sloot zich aan en voor ik het wist hingen we in dat kleine café  dansend om elkaars nek, blèrden we mee met de muziek en ontstond er bijna een heus bargevecht om een pizza. Een hydroscept wilde zich ervan verzekeren dat er geen vis op de pizza zat en stak zijn neus er in, waarop een aangeschoten creatief dat niet normaal vond en smerig en asociaal. Ik sprak ze vermanend toe. Een beter feest had ik me niet kunnen wensen. En niemand kreeg corona.  

Vandaag word ik zomaar 66! Vooralsnog medicijnvrij, wie doet me dat na? Op zich al een reden tot feest. Helemaal ongeschonden ben ik er natuurlijk niet uitgekomen, uit die eerste 66 jaar, waarvan ik mij er zeker 25 tot de beroepsmatige alcoholisten onder ons mocht rekenen vanwege een horecabestaan voor en achter de bar. En met een lichaam dat de laatste 30 jaar al dagelijks zo veel pijn doet dat ik wel eens denk, hoe lang nog? Niet dat ik definitief dood wil, hell no! Maar wat zou ik af en toe graag in een ander lijf willen wonen. Met hetzelfde uiterlijk overigens, daarover hoor je mij niet klagen. Zelfs niet over die hangende dijenvellen, betepelde zakjes en buik vol craquelé waar het melkmeisje van Vermeer een puntje aan kan zuigen. Dat is progressie. En ik heb al een man…

Een paar weken geleden las ik dat er voor fybromyalgie eindelijk een medische oorzaak is gevonden. Iets in de hersenen. Niet langer zo’n vage aandoening – het zal wel stress zijn - voor gevoelige typjes, vrouwentypjes vooral. 30 jaar lang voelde ik mij zo’n typje. Het moest wel psychisch zijn, want een lichamelijke oorzaak voor de pijn werd nooit gevonden. Eureka! Eindelijk erkenning! (De pijn is er niet minder om.)

Toch ook dit jaar geen feest in traditionele zin. Geen dans- en schranspartij, geen cock- en mocktails. Maar wel met een Lang zal ze leven om 6 uur 's ochtends. Zo’n 50 berichtjes via allerlei digitale kanalen. Een turquoise legging van mijn favoriete winkel, het Winkelhuis in Leens. Het rimpelperspectief van Hans Dorrestein met als ondertitel Hoe overleef ik de oude dag? Filmpjes van vrienden wiens gezichten op Wombo AI liedjes zingen, waarvan Vriend zich afvraagt wat volwassenen ertoe beweegt om zich op die manier te profileren. En met mislukte, maar overheerlijke rabarbercheesecake.

donderdag 14 januari 2021

Ochtendrood

 


Wanneer ik het gordijn omhoog rol, ben ik getuige van een felrode ochtendstond. Wauw! En dat na die enorme volle novembermaan gisteravond, het kan niet op! Dit soort cadeautjes beleef je op het platteland toch echt intenser dan in het stadscentrum. Om de hondjes hun eerste plasje van de dag te laten doen, neem ik ze mee de tuin in. Hoe zat het ook alweer, vraag ik me af: avondrood water in de sloot, of juist ochtendrood. De gedachte is nog niet gerijpt of dikke regendruppels brengen uitkomst. 
Hond Sam test met één pootje het berijpte gras en durft het aan de rijp plaatselijk geel te kleuren. Hond Puck poept intussen in de tuin van de buren. Ruim ik straks wel op. Als ik eraan denk. Beide hondjes draaien om en rennen enthousiast terug naar huis. Eten! Warm! Droog!

Op mijn mobiel wacht een chatbericht van grote halve broer Malgras op reactie. Hoe het leven staat in de Pool van de Draslanden, wil hij weten. Sinds hij in Genève woont noemt hij zijn geboorteland geringschattend de Draslanden. Hij kan het niet helpen. Zijn opa, die boekhouder was op een onbeduidend kantoor, liet de familienaam veradelijken door 'de Montigny’ erachter te plakken.  

Terwijl ik een snedig antwoord probeer te bedenken, belt mijn moeder mij per ongeluk via de videochat. Stomverbaasd neem ik op. Moeder is al net zo verbaasd en wil meteen weer ophangen. Ze had een gemiste oproep op haar Ipad gezien en zomaar ergens op gedrukt. `Wil je niet met me praten dan?’ vraag ik quasi teleurgesteld. `Jawel, maar ik snap niet hoe dit werkt.’ Toch krijgt ze het voor elkaar om de camera aan te zetten en kan ik haar mijn laatste creaties laten zien. Sinterklaassurprises. `Ik doe niet aan Sinterklaas hoor,’ zegt ze. ‘Dus je hoeft niets te kopen. Kom ook maar niet langs, want ik weet niet wat ik onder de leden heb. Straks steek ik je nog aan.’ Ze is zo moe. Zo verschrikkelijk moe. En al zo lang. `Je hebt de dood onder de leden,’ antwoord ik en schrik van de hardheid van mijn eigen woorden. Hoe waar ze ook zijn. `Nou, hij hoeft nu nog even niet te komen hoor.’ Vorige week nog moest ik maar niet zo oud worden als zij. Ze beleefde niks meer, zat alleen maar in haar stoel. Te zitten. Te wachten. Op bezoek dat niet kwam. En nu hoeft ze nog niet dood. Het kan blijkbaar nog altijd verkeren. `Als hij maar niet besmettelijk is,’ probeer ik het luchtig te houden. Maar dat is de dood niet volgens haar en zij kan het weten. Iedereen om haar heen is heengegaan zonder haar aan te steken. En het is een wonder dat ze op haar leeftijd al haar kinderen nog heeft… Knock on wood.

Aan grote halve broer meld ik dat het ochtendrood zo mooi was en de maan zo vol. Daar heeft hij vast niet van terug, met zijn Geneefse Alpjes voor de deur.