Het
authentieke pakhuisje dat Magda had gekocht in de Hoekstraat bevond zich
tegenover twee drukbezochte peeskamertjes. In de ene zat een rondborstige jonge
vrouw, type Zeeuws Meisje. Ze was weinig spraakzaam, behalve die keer dat een
klant spontaan over haar heen begon te plassen. Toen wist ze haar mondje wel te
roeren. Tierend en vloekend zette ze de perverse klant op straat. Naast haar
zat de Tsjechische Brunhilde, met recht een ouwe hoer. De 60 ruim gepasseerd, maar
nog altijd gekleed in meisjesachtige outfits met bijpassende strikjes in het
haar. Voor klanten met een schoolmeisjesfetish was ze geknipt, al moesten ze wel
door de rimpels heen kijken. Brunhildes parmantige Pekineesje zat, met een uniseks
strikje op zijn kop, tussen de dildo’s in de vensterbank zijn territorium te
bewaken. Klanten die hem niet aanstonden keek hij de deur uit. Klein als hij
was. Bij klanten die van pottenkijkers hielden speelde het beestje het spel met
frisse tegenzin mee. Toen de prostitutie uit het A-kwartier verbannen werd, gaf
Brunhilde haar pas aangeschafte werkbed aan Magda. Het kraakte en was dus niet
geschikt voor `ze bizniz’. Hoeveel klanten ze er al op had afgewerkt, vertelde
ze er niet bij.
Het betrof
een metalen ledikant met spijlen aan hoofd- en voeteneind waaraan je een
handboei of twee kon bevestigen. Dat was echter nog niet in Magda opgekomen.
Als er in elke vrouw een madonna en een hoer schuilt, dan was haar madonna het
sterkst ontwikkeld. Toch had ze als variant op `kamperen bij de boer’, `slapen
bij de hoer’ bedacht voor de herinrichting van de Hoek- en Muurstraat. De
voormalige peeskamers werden in oude luister hersteld en per nacht verhuurd aan
stellen die hun liefdesleven wilden opkrikken. Of aan toeristen die de
tolerantie van Nederland ten opzichte van seks, drugs en rock en roll wel eens
aan den lijve wilden ondervinden. De ervaringsdeskundige Brunhilde hield dan Teddy
Talks over het oudste beroep van de wereld. Die lardeerde ze met sappige
anekdotes over bijvoorbeeld die keurige klant in driedelig pak, die
elke donderdagavond klokslag acht uur langskwam, wanneer zijn vrouw Goede
tijden slechte tijden zat te kijken.
Op een avond
in februari avond vond Magda bij thuiskomst van een vergadering met het
buurtcomité een ogenschijnlijk bewusteloze jongeman op haar stoep. Naast zijn
hoofd was de sneeuw rood gekleurd. Net toen ze 112 wilde bellen opende de
donkergetinte man zijn ogen en keek haar glazig aan. `Maria’, prevelde hij en zakte weer weg. `Ik ben Maria
niet. Wat is er gebeurd?’ vroeg Magda bezorgd. De gewonde jongen rilde over
zijn hele lichaam. `Je moet naar binnen, kun je opstaan?’ vroeg Magda. Ze hielp
hem overeind en leidde hem haar huis binnen, waar ze hem op het voor ze biziniz
afgekeurde bed legde. `Hoe heet je? Waar woon je? Moet ik iemand waarschuwen?’
vroeg ze terwijl ze zijn schoenen en jas uittrok. `Zjozjuf,’ lispelde de jongen
met dubbele tong en zonk in wat leek een diepe slaap. Magda luisterde naar zijn
ademhaling, die was regelmatig. Gelukkig. Met een nat washandje depte ze Zjozjufs
linkerwang. Daar zat een flinke schaafwond op. De jongen merkte er niets van, hij
sliep zijn roes uit.
Er zat niets
anders op dan dat Magda het bed met hem zou delen. Behoedzaam kroop ze onder
het dekbed om hem niet wakker te maken. Ze sliep onrustig en durfde zich
nauwelijks om te draaien. Tegen de ochtend werd Zjozjuf wakker. Vervuld van
dankbaarheid streek hij Magda over haar wang. Ze was eigenlijk best mooi.
Ondanks zijn kater stroomde het bloed naar zijn lendenen. Magda werd wakker van
zijn bewonderende blik en omdat ook zij zo haar (onvervulde) behoeftes had,
liet ze hem onder het dekbed. Even later kraakte het dat het een lieve lust
was... En Zjozjuf kreeg waarvoor hij, weliswaar een jaar te laat, naar de
buurt was gekomen. Maar met een tederheid waarvan hij nooit had durven dromen.
Twee maanden
daarna bleek Magda zwanger. Zjozjuf, de gevluchte en dakloze timmermansleerling
uit Somalië had ze niet meer gezien sinds die nacht in februari. Toch besloot
ze het kindje te houden. `Slapen bij de hoer’ was als project aangenomen door
de gemeente en zij was als projectleider aangesteld. Als ze haar troeven goed
uitspeelde, kon ze wel eens de gastvrouw van de peeskamertjesverhuur worden.
De eerste
echo wees uit dat het een meisje was. Magda noemde het alvast Lena, naar haar
overovergrootmoeder. Lena ontwikkelde zich voorspoedig en was al in een pril
stadium hoog sensitief. Zo volgde zij vanuit haar veilige warme holletje het
wereldnieuws. Het overlijden van Leonard Cohen raakte haar diep, haar moeder
draaide vaak muziek van hem. Soms danste ze dan door de kamer waardoor het
groeiende vruchtje aangenaam heen en weer werd gewiegd. Tegen de tijd dat ze
geboren moest worden volgde de kleine Lena de Amerikaanse
presidentsverkiezingen op de voet. Onbeschrijflijk was haar teleurstelling toen
Trump als grote overwinnaar uit de (stem)bus kwam. Ze vreesde voor het opkomend
populisme, ook in Nederland, en zette vastberaden haar hakken in het
vruchtwater. In een wereld die door het kwaad geregeerd werd, wilde zij
niet geboren worden, sorry mama.
Twee weken na
de uitgerekende datum was er nog altijd geen sprake van ontsluiting. Lena bleef
zitten waar ze zat. Omdat Magda per se een natuurlijke bevalling wilde, weigerde
ze alle weeënopwekkers. Maar tijdens de Winterwelvaart stond ze zichzelf wel
een glaasje glühwein toe waarvan het vruchtje Lena spontaan de hik kreeg. De hik
werd chronisch en ze hikte en hikte maar door, tot... op kerstavond de bel
ging. Magda waggelde naar de voordeur en daar stond Zjozjuf met een zelf
getimmerd kerststalletje in zijn handen. Hij wilde zijn barmhartige Samaritaanse bedanken voor de onvergetelijke nacht in februari, maar toen hij
de hikkende toeter op Magda’s buik zag, liet hij van schrik het handwerkje
vallen. Magda zag hem in gedachten rekenen. Het kon niet van hem zijn, daarvoor
was die bewuste februarinacht te lang geleden. Plotseling klonk er een knal, en
nog een. De aarde onder hun voeten beefde. Glaswerk rinkelde in de kasten. Intuïtief
greep Zjozjuf Magda’s hand en trok haar naar buiten en tegen zich aan. `Het is
van jou,’ zei Magda zacht. `Het kindje is van jou.’ `Echt?’ vroeg Zjozjuf
ongelovig, maar al snel straalde zijn gezicht van oor tot oor.
De hik
stopte even abrupt als hij was begonnen en Lena besloot dat het tijd werd
geboren te worden. Ze moest haar vader beschermen tegen aardbevingen en oprukkend
populisme. Als er een hek om Nederland was gebouwd was zij tenslotte nooit
verwekt. Met haar knuistjes scheurde ze de vliezen en ze baande zich een weg
naar buiten. Tussen de
voeten van Magda smolt de sneeuw in het zachtrode schijnsel van de
peeskamertjesverlichting, en Zjozjuf was eindelijk thuis.
Dank je buuf.
BeantwoordenVerwijderen