vrijdag 23 september 2016

Vader en moedertje



De dijkbrand werd geblust door een onaangekondigde regenbui. De buienradar was nl nog niet uitgevonden en onze voornaamste nieuwsbron was de melkboer. De tv, zwart wit, werd vooral ingezet om op woensdagmiddag de kinderschare te drogeren. Ademloos staarden de buurtkinderen op het koude zeil naar de besneeuwde grijstinten van Okkie Trooi of Mik en Mak en het Vrouwtje van de vier windstreken. Moeder had zo 1 middagje per week haar handen vrij voor ontspanning. Sokken stoppen en ladders ophalen in nylonkousen bijvoorbeeld. De melkboer, de bakker en de schillenboer kwamen nog aan huis. Shoppen deed je vanuit de deuropening. Afhankelijk van je relatie met de melkboer kon dat de voor- of de achterdeur zijn. 

We werden dus wel eens verrast door een bui. Zo ook door de bui die de dijkbrand bluste.

Ansje en ik trokken onze rubber laarzen aan om de walmende dijkbegroeiing te onderzoeken. Ik had wat met natuur in de zesde klas van de lagere school. Gewapend met de Flora van Jac. P. Thijsse trok ik er op uit om bloemetjes te ontleden. Dat duurde uiteraard tot ik in de gaten kreeg dat de natuur voor een groot deel is gebaseerd op voortplanting. Toen werd dát een stuk interessanter.  Verder ontwikkelde ik een sterke sympathie voor de underdog. Daarom had ik Ansje bevriend. Het kleinste en lelijkste meisje van de klas met van dat dunne sliertjeshaar dat zich in geen enkel model liet knippen en van die ronde jampotbrilleglazen. 

Al struinend door het zwartgeblakerde gras stuitten we op een egel. Met zijn verbrande stekels viel hij nauwelijks op tussen het gehavende onkruid. Het beestje leefde nog, maar kon zich niet meer oprollen. Om te voorkomen dat hij ten prooi zou vallen aan een biddende buizerd, die niet vies was van gegrilde egel namen we hem mee. In de kelder van Ansjes huis lieten we Prikkie lopen. Zo hadden we hem gedoopt, heel origineel.
Jac P. Thijsse
De Flora van Jac voorzag niet in verbrande egeltjes en googlen bestond nog niet. Dat de patiënt moest drinken was een kwestie van gezond verstand. Het schoteltje melk dat we voor hem neerzetten was dan ook snel leeg. Melk was goed voor jonge huisdieren en vast ook voor egels. Al gauw stonk de hele kelder naar verschroeid haar. En de melk deed zijn werk. Ons stekelbeest raakte aan de diaree. 

Prikkie werd acteur in ons favoriete rollenspel. Vader en moedertje, waarin Ansje verrassend genoeg meestal de vaderrol vertolkte. Klein en lelijk als ze was. We oefenden voor later. `En dan ga jij aan het werk en dan geef je me een kusje,’ beval ik haar besmuikt lachend. Zij mocht dan wel vader spelen, maar er kon er maar een de baas zijn. Op gewichtige toon gehoorzaamde Ansje: `Dag vrouw, ik ga aan het werk,’ waarna ze met gesloten ogen achter haar jampotglazen een vochtig kusje op mijn mond drukte. Felle stroomstootjes doorboorden mijn onbevlekte kleinemeisjeskruis. Alsof je ineens heel nodig moest plassen en het niet meer kon ophouden. En dan dat bevrijdende moment.

Voordat Prikkie er was speelden we soms vader en moedertje met kind. Om beurten namen we de rol van kind op ons wanneer vader aan het werk was. Kind was nog niet zindelijk en moest daarom in haar broek plassen. Dat viel niet mee op commando en als je dan bijna zover was werd je door gène ingehaald.
Nu vertolkte Prikkie de rol van ons kind, dat duidelijk toe was aan zindelijkheidstraining. We bléven achter hem aan lopen met wc-papier. Van een oude schoenendoos maakten we een egelwc. De bodem bedekten we met hooi en we spanden een visnet over de doos, zodat ons onzindelijke kind niet kon ontsnappen. Probeerde hij dat wel, dan duwden we hem terug. Dat machtsvertoon smaakte naar meer. Niet in de laatste plaats omdat het me ook van die rare stroomstootjes in mijn onderlijf bezorgde. 

Onze goede zorgen ten spijt ging het egeltje na een week of wat dood. En Ansje verhuisde met haar familie naar Zutphen. Ik moest op zoek naar een nieuwe vader om mee te spelen. De tijd was rijp voor eentje van het juiste geslacht. Genoeg geoefend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten