zondag 24 september 2017

Hongerige Wolf



`Zulke grote borsten heb jij helemaal niet,’ merkt mijn altijd even complimenteuze moeder op. We staan gebogen over een oud zelfportret van mij waarvan ik het bestaan totaal vergeten was. Het dook ineens op in mijn moeders logeerkamer. `Het zijn anders wel lekkere tietjes,’ fluistert Gypso, doelend op het niet onaardige kunstwerkje. We zijn net terug van Hongerige Wolf, een kneuterig festivalletje in Noord-Oost Groningen. Ondanks de stromende regen hadden we verwachtingsvol ons kampement opgezet. Zou het net zo mooi worden als vorig jaar? Toen was het ons eerste festival als pril verliefden. Een zweem van romantiek had zich in ons geheugen genesteld. We hoefden er dan ook niet lang over na te denken. Wij waren weer van de partij, ijs en weder dienende.

Dat het tegenviel wil ik nou ook weer niet beweren. Al was alles wel een beetje minder. Er waren minder acts, minder publiek, de porties falafel waren kleiner en ook het hoofdpodium had flink aan formaat ingeboet. Of was mijn roze bril soms gebarsten? Waar het festival wel in voorzag waren lekkere wijven. Hordes prachtige, sexy, verleidelijke, zelfbewuste wijven. Had Gypso een jaar geleden enkel oog voor mij, nu zag ik zijn blik geregeld afdwalen en blijven steken op een paar gladde gebronsde benen onder een veel te kort afgeknipt spijkerbroekje, dat nauwelijks iets aan de verbeelding overliet. Wat een aanstelster, zo warm was het echt niet. Bij de act van die Friese merrie kon hij vervolgens zijn ogen niet van diens galopperende voorgevel afhouden. En na een rit met een hooikar stond hij als eerste klaar met open armen om de uitstappende vrouwen op te vangen, uitnodigend `Kom maar dames’ roepend.

Hoe meer vrouwen hij aansprak of bewonderde, hoe ouder ik me voelde. Of dit nog niet erg genoeg was viel het me op dat geen enkele man zich omdraaide wanneer ík voorbij liep. Nu had ík mij wél goed gewapend tegen het Noord-Oost Groningse ijs en weder, en liet ik meer dan genoeg aan de verbeelding over. Toch voelde geen enkele man zich geroepen in gedachten mijn beschermlagen af te pellen. Mijn leven als lustobject is voorbij, schoot het door me heen. Geschokt realiseerde ik me dat de concurrentie alleen maar toeneemt naarmate je ouder wordt. Ben je als vrouw in de 20 dan heeft je concurrentie een marge van tussen de 15 en de 35 jaar. Maar ben je in de 60, dan is die marge schier eindeloos, dan ligt ie tussen de 18 en de 70. En is je partner lichtelijk pervers dan zelfs tussen de 16 en de 80 jaar.

Langzaam maar zeker drong het tot me door dat ik het niet langer van mijn looks hoef te hebben. Hoe goed geconserveerd ik op het eerste gezicht ook overkom, de tand des tijds heeft flink aan mij geknabbeld. Koortsachtig zocht ik naar mijn USP, mijn Unique Selling Point waarmee ik mijn man moet boeien en binden. Eureka! Seks natuurlijk! Helaas heeft die vermaledijde tand des tijds zich niet beperkt tot mijn uiterlijk. Met mijn stramme scharnieren en uitgebluste spieren is de Kama Sutra voor mij en dus ook voor mijn geliefde slechts een bitterzoete herinnering. En hoewel ik nog het libido heb van een pukkelige puber, faciliteert mijn hormoonhuishouding dit niet optimaal meer.

Mijn 93-jarige moeder klaagt wel eens dat ze voor niemand meer mooi hoeft te zijn. Toch trekt ze elke dag iets anders aan, en draagt ze bijpassende sieraden. Ook al zit ze de hele dag alleen thuis. Misschien wil ze er goed uit zien voor als ze dood wordt aangetroffen in huis, haar grootste angst, alleen te sterven. Of hóeft ze voor niemand meer mooi te zijn, maar nog wel voor zichzelf. Daar kan ik dan nog een hoop van leren. Om te beginnen ga ik nooit meer naar Hongerige Wolf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten