zondag 18 oktober 2015

Scoren




Toen ging het om voetballen. De Grote Markt stond vol met 6500 FC Groningen supporters, die hun club op afstand uitzinnig toejuichden bij het winnen van de beker. Nu gaat het om vluchtelingen. Er staat een mannetje of 1000 schat ik, op de Grote Markt. Ik kom er toevallig langs. Was niet op de hoogte van deze bijeenkomst. Was ik erheen gegaan als ik het wel had geweten? Ik durf het niet te zeggen. De media overvoeren je met sensationele beelden van andermans ellende tot de vluchtelingen je de neus uit komen. Je raakt bijkans immuun voor het persoonlijk leed van mensen in, zacht uitgedrukt, minder fortuinlijke posities. Het draait allemaal om scoren, om kijkcijfers. Ik volg het nieuws niet meer, het maakt me machteloos en depressief. De hete hangijzers krijg je toch wel mee, want iedereen wil zijn betrokkenheid uiten. Via talkshows, social media en collegiale wereldbeschouwingen bij de koffieautomaat. Ook de klanten aan de telefoon bij de semi-overheidsinstelling waar ik als callgirl werk, ventileren ongevraagd hun frustratie: `Wij kunnen onze hypotheken niet meer betalen van onze uitkering, en zíj (die vluchtelingen), krijgen zomaar een huis en geld toe.’ En dat is nog een genuanceerde reactie. 

Maar ook de andere kant van het spectrum blijft me niet bespaard. Een Koerdische vrouw belde huilend met het callcenter. Ze wordt geïntimideerd wordt door haar Turkse voorvrouw. De Koerdische komt uit Irak, waar ze economie studeerde en nu maakt ze schoon in Nederland. Ze wil stoppen met het werk, ze kan de pesterijen, het geschreeuw van de voorvrouw niet meer aan. Op het punt van instorten en niemand om mee te praten.

Jilles met Cruijffschaal
En zelfs bij een optreden van Jilles, The New Voice, op een Zwols terras ontkom ik er niet aan. Sta ik genoeglijk aan een tafel met wat verse vrienden en veel bier, slentert er een clubje licht getinte jongeren voorbij. Een tafelgenote stoot haar vriendin aan. `Kijk, Syriers, (waar ziet ze dat aan?) die lopen gewoon te genieten,’ zegt ze verongelijkt. `Van mij mogen ze,’ antwoordt de vriendin. `Nou...,’ begint de aanstootster. `Ik wil dit gesprek nu niet voeren,’ kapt de vriendin haar meteen af. Godzijdank. Laten we gewoon even genieten. Zolang het kan. Van de prachtige stem van mijn broertje, van het bier, het mooie weer en vooral van ónze vrijheid.

Slechts een kwart van het aantal van de voetbalsupporters staat nu op de Grote Markt. Ondanks het mediabombardement is voetbal nog altijd populairder dan vluchtelingen verwelkomen. De goegemeente vindt het belangrijker dat 11, veel te jong rijk geworden, elkaar verrot schoppende jongetjes een beker naar de stad brengen, dan dat we met zijn allen stilstaan bij de gevolgen van door de wapenindustrie gefinancierde, politieke machtsstrijd en de daaruit voortvloeiende volksverhuizing van onze toekomstige schoonmakers en vuilnismannen. 

Het zou mij niets verbazen als de Grote Markt toen vol stond met dezelfde mensen die nu tegen het opnemen van vluchtelingen protesteren. En de voetballertjes zelf? Als die nou eens voor elke overtreding die ze maken, 10% van hun inkomen afstaan ten bate van de opvang voor vluchtelingen? Of een maand lang een paar gezinnen in hun paleisjes laten wonen? Krijgen ze wat meer realiteitszin en wordt het voetbal meteen een stuk sportiever. En misschien dat ze dan ook nog eens winnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten