Toen ging het om voetballen. De Grote Markt stond vol met 6500
FC Groningen supporters, die hun club op afstand uitzinnig toejuichden bij het
winnen van de beker. Nu gaat het om vluchtelingen. Er staat een mannetje of
1000 schat ik, op de Grote Markt. Ik kom er toevallig langs. Was niet op de
hoogte van deze bijeenkomst. Was ik erheen gegaan als ik het wel had geweten? Ik
durf het niet te zeggen. De media overvoeren je met sensationele beelden van
andermans ellende tot de vluchtelingen je de neus uit komen. Je raakt bijkans
immuun voor het persoonlijk leed van mensen in, zacht uitgedrukt, minder
fortuinlijke posities. Het draait allemaal om scoren, om kijkcijfers. Ik volg
het nieuws niet meer, het maakt me machteloos en depressief. De hete hangijzers
krijg je toch wel mee, want iedereen wil zijn betrokkenheid uiten. Via
talkshows, social media en collegiale wereldbeschouwingen bij de
koffieautomaat. Ook de klanten aan de telefoon bij de semi-overheidsinstelling
waar ik als callgirl werk, ventileren ongevraagd hun frustratie: `Wij kunnen
onze hypotheken niet meer betalen van onze uitkering, en zíj (die vluchtelingen),
krijgen zomaar een huis en geld toe.’ En dat is nog een genuanceerde reactie.
Maar ook de andere kant van het spectrum blijft me niet
bespaard. Een Koerdische vrouw belde huilend met het callcenter. Ze wordt
geïntimideerd wordt door haar Turkse voorvrouw. De Koerdische komt uit Irak,
waar ze economie studeerde en nu maakt ze schoon in Nederland. Ze wil stoppen
met het werk, ze kan de pesterijen, het geschreeuw van de voorvrouw niet meer
aan. Op het punt van instorten en niemand om mee te praten.
![]() |
Jilles met Cruijffschaal |
En zelfs bij een optreden van Jilles, The New Voice, op een
Zwols terras ontkom ik er niet aan. Sta ik genoeglijk aan een tafel met wat
verse vrienden en veel bier, slentert er een clubje licht getinte jongeren
voorbij. Een tafelgenote stoot haar vriendin aan. `Kijk, Syriers, (waar ziet ze
dat aan?) die lopen gewoon te genieten,’ zegt ze verongelijkt. `Van mij mogen
ze,’ antwoordt de vriendin. `Nou...,’ begint de aanstootster. `Ik wil dit
gesprek nu niet voeren,’ kapt de vriendin haar meteen af. Godzijdank. Laten we
gewoon even genieten. Zolang het kan. Van de prachtige stem van mijn broertje,
van het bier, het mooie weer en vooral van ónze vrijheid.
Slechts een kwart van het aantal van de voetbalsupporters staat
nu op de Grote Markt. Ondanks het mediabombardement is voetbal nog altijd populairder
dan vluchtelingen verwelkomen. De goegemeente vindt het belangrijker dat 11,
veel te jong rijk geworden, elkaar verrot schoppende jongetjes een beker naar
de stad brengen, dan dat we met zijn allen stilstaan bij de gevolgen van door
de wapenindustrie gefinancierde, politieke machtsstrijd en de daaruit
voortvloeiende volksverhuizing van onze toekomstige schoonmakers en
vuilnismannen.
Het zou mij niets verbazen als de Grote Markt toen vol stond
met dezelfde mensen die nu tegen het opnemen van vluchtelingen protesteren. En
de voetballertjes zelf? Als die nou eens voor elke overtreding die ze maken,
10% van hun inkomen afstaan ten bate van de opvang voor vluchtelingen? Of een
maand lang een paar gezinnen in hun paleisjes laten wonen? Krijgen ze wat meer
realiteitszin en wordt het voetbal meteen een stuk sportiever. En misschien dat
ze dan ook nog eens winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten